Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Absalom had Amasa in Joabs plaats gesteld over het heir. Amasa nu was eens mans zoon, wiens naam was [43]Jethra, de Israeliet, die [44]ingegaan was tot [45]Abigail, dochter van [46]Nahas, zuster van Zeruja, Joabs moeder. 43. Hebreeuws, Jithra de Israeliet, anders genoemd Jether, 1 Kron.2:17, alwaar hij genoemd wordt een Ismaeliet; waaruit door sommigen wordt afgenomen dat hij van afkomst een Ismaeliet was, maar, bekeerd zijnde, het volk Gods ingelijfd en ten aanzien van dien een Israeliet genoemd. Anderen menen dat hij een Israeliet was van afkomst, maar onder de Ismaelieten gewoond en verkeerd had, en daarvan ook alzo genoemd. 44. Dat is, die bij haar gelegen had. Zie Gen.6:4. 45. 1 Kron.2:16,17 genoemd Abigail. Deze was Davids zuster, gelijk Zeruja ook was. 46. Huisvrouw [gelijk sommigen menen] van Isai, Davids vader. Anderen menen dat Isai zelf anders Nahas genoemd is geweest. Hebreeuws, Nachas.